> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Quantité [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Adjectifs et pronoms démonstratifs - Pronoms indéfinis - Adjectifs indéfinis - Tout (différentes formes) - Articles partitifs - Quantités (les)-les contenants - Nom-pluriel des noms de mesure - Adjectifs et pronoms indéfinis
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Adjectifs et pronoms indéfinis

Ergens ou nergens ?

 Faites le bon choix !

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Adjectifs et pronoms indéfinis" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Op zaterdag is het zo druk in het dorpje, dat je ergensnergens Je ne sais pas kan parkeren.

2. Het huis was stil en er brandde ergensnergens Je ne sais pas licht.

3. Hij zal de nacht ergensnergens Je ne sais pas anders doorbrengen.

4. Ik heb mijn uitnodiging vergeten maar mijn naam staat ergensnergens Je ne sais pas op het lijstje.

5. Ik heb ergensnergens Je ne sais pas een foto van haar die ik je moet laten zien.

6. ergensnergens Je ne sais pas in kranten of weekbladen zal je iets vinden over die vreselijke gebeurtenissen.

7. Zal ik ergensnergens Je ne sais pas anders moeten gaan zitten ? vroeg ze.

8. Frida zoekt naar een document, maar Ik kan haar niet helpen : ik heb dit ergensnergens Je ne sais pas gezien.

9. Mijn ouders wonen ergensnergens Je ne sais pas in Brussel.

10. Ik zoek naar mijn sleutels, maar ik zie ze ergensnergens Je ne sais pas