Retourner à l'exercice
Exercice "Présent - verbes à particule", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 1 090 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 26.5% (5.3 / 20) Partager
Aucun membre connecté au club n'a laissé un message après avoir fait un sans faute, pour le moment !
79.7% ont eu moins de la moyenne.
20.3% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 924 candidats
Question 1 réussie à 12.6 %
Cindy liegt vaak, maar haar moeder (doorzien) haar altijd. *
Question 2 réussie à 31.3 %
Een economische auto (verbruiken) niet veel benzine. *
Question 3 réussie à 24.6 %
In zijn schoolagenda (opschrijven) Jan huiswerk en lessen. *
Question 4 réussie à 10.2 %
Ik zou niet graag willen dat je leraar zich bij je vader over je (beklagen - imparfait), zegt ze aan haar dochter. *
Question 5 réussie à 11.1 %
De radio is uitgevallen; ik (herstellen) die onmiddellijk.*
Question 6 réussie à 21.6 %
De vlieglessen voor sportpiloten (herhalen) op 10 september aanstaande. *
Question 7 réussie à 9.4 %
Als je één element ervan weglaat, (misvormen) je het hele beeld. *
Question 8 réussie à 7.5 %
Het was aan het regenen toen ik vanmorgen (opstaan - imparfait) *.
Question 9 réussie à 24.8 %
De apotheker (klaarmaken) voor deze avond het recept.*
Question 10 réussie à 23.8 %
Ze (terugkeren) pas in september naar Frankrijk. *
Retourner à l'exercice : Présent - verbes à particule
Autres exercices pour apprendre le néerlandais