Retourner à l'exercice
Exercice "Néerlandais = français (4)", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 156 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 65% (13 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : isasza / FRANCE, le lundi 01 novembre à 21:55:
"Op de eerste keer opgeloost. "
31.4% ont eu moins de la moyenne.
68.5% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 156 candidats
Question 1 réussie à 53.2 %
De soldaten zullen morgen op de hoogte gebracht worden van hun *.
Question 2 réussie à 80.1 %
Een * is een jongen of een meisje in de leeftijd tussen 16 en 20 jaar.
Question 3 réussie à 53.2 %
Een * moet aan een aantal voorwaarden voldoen, o.a. de leeftijden van de ouders.
Question 4 réussie à 53.2 %
De term * wordt populair gebruikt om een gevoel te benoemen die verder gaat dan vriendschap.
Question 5 réussie à 90.4 %
In de meeste zeemachten is * de hoogste militaire rang.
Question 6 réussie à 64.1 %
Met veel * kijkt Léa naar haar favoriete zanger.
Question 7 réussie à 58.3 %
Op een omslag moet je het * van de ontvanger schrijven.
Question 8 réussie à 64.1 %
Een * is iemand die zelfstandig is; hij kan dus zonder de hulp van anderen handelen.
Question 9 réussie à 59.6 %
Ik heb er een goede * aan gedaan door die fiets te kopen.
Question 10 réussie à 61.5 %
Bij uw * in een ziekenhuis moet je zekere documenten meenemen.
Retourner à l'exercice : Néerlandais = français (4)
Autres exercices pour apprendre le néerlandais