Retourner à l'exercice
Exercice "Pronoms relatifs", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 442 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 64% (12.8 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : allegro / FRANCE, le mercredi 03 juillet à 09:44:
"Goed !!"
35.3% ont eu moins de la moyenne.
64.7% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 442 candidats
Question 1 réussie à 91.4 %
De wagen * ik daar zie, is een Nissan.
Question 2 réussie à 87.3 %
De minister * verkozen werd, zal zeker veel dingen willen veranderen.
Question 3 réussie à 54.3 %
Dat is de school * mijn moeder me gisteren sprak.
Question 4 réussie à 55 %
Ik wil absoluut weten * hij je gezegd heeft.
Question 5 réussie à 47.5 %
De piloot * dit artikel sprak, zal zeker de wedstrijd winnen.
Question 6 réussie à 84.8 %
De metro * ik alle dagen gebruik, is altijd heel druk.
Question 7 réussie à 84.4 %
Degenen * in die school ingeschreven willen worden, moeten er vroeg zijn.
Question 8 réussie à 51.4 %
Het programma * ik vanavond zal kijken, is zeer interessant.
Question 9 réussie à 27.4 %
De student * het examen slecht is, zal tijdens zijn vakantie moeten werken.
Question 10 réussie à 56.8 %
De directeur heeft de persoon ontmoet * ik zal moeten werken.
Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
