Retourner à l'exercice
Exercice "Pronoms relatifs", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 2 417 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 68.5% (13.7 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : jpr / BELGIQUE, le dimanche 01 janvier à 11:08:
"O.K."
23.9% ont eu moins de la moyenne.
76.1% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 2113 candidats
Question 1 réussie à 76.4 %
De bromfiets * ze koopt moet goed zijn.
Question 2 réussie à 61.5 %
* geen huisvesting heeft, heeft geen plek om te wonen.
Question 3 réussie à 74.7 %
De invloed * de Engelse taal heeft, is groot.
Question 4 réussie à 78 %
Het dialect * in Leuven wordt gesproken is gemakkelijk te verstaan.
Question 5 réussie à 67.3 %
Dat is mijn zoon over * ik u sprak.
Question 6 réussie à 70.4 %
Ik weet wel * u wil zeggen.
Question 7 réussie à 47.8 %
Dit is een toestel zonder * we niet kunnen werken.
Question 8 réussie à 61 %
Het is een dier * het bont erg in trek is.
Question 9 réussie à 72.2 %
Al de vrienden * wij uitgenodigd hebben zullen komen.
Question 10 réussie à 66.5 %
* het weet, mag antwoorden, zegt de leraar.
Retourner à l'exercice : Pronoms relatifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
