Apprendre le néerlandais > Leçons & Exercices de néerlandais > Révision - tous les temps > Statistiques mises à jour toutes les 4h
Retourner à l'exercice

Exercice "Révision - tous les temps", créé par mariebru (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 5 582 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 44.5% (8.9 / 20) Partager

Dernier membre à avoir fait un sans faute : rejane / BELGIQUE, le lundi 25 février à 23:40:
"❤️"
54.9% ont eu moins de la moyenne.
45% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test


Statistiques questions sur 4886 candidats
Question 1 réussie à 85.1 %
Sinds een week (zijn - présent) * Bart in Den Haag.

Question 2 réussie à 68.9 %
Zijn oom, die in deze mooie stad (wonen - présent)*,

Question 3 réussie à 47.1 %
heeft hem (uitnodigen - participe passé)*.

Question 4 réussie à 61.7 %
Hij (komen - imparfait)* 's avonds om half acht aan.

Question 5 réussie à 46.7 %
Zijn tante (wachten - imparfait) * op het perron.

Question 6 réussie à 51.3 %
Zij (nemen - imparfait) * dadelijk een taxi

Question 7 réussie à 67.7 %
want Bart (hebben - imparfait) * veel bagage.

Question 8 réussie à 16.2 %
Een half uur later (bereiken - imparfait)* ze het grote huis,

Question 9 réussie à 41 %
waarin hij veertien dagen (doorbrengen conditionnel - présent)*.

Question 10 réussie à 42.7 %
De reis was vrij lang (zijn - participe passé) *

Question 11 réussie à 57.2 %
en Bart (gaan - imparfait)* vroeg naar bed.

Question 12 réussie à 50.1 %
De volgende morgen (hebben - présent) * oom hem enige van de voornaamste bezienswaardigheden laten zien.

Question 13 réussie à 45.2 %
Eerst hebben ze het Binnenhof (bezoeken - participe passé) * en daarna het Mauritshuis, een museum

Question 14 réussie à 33.6 %
waarin hij een groot aantal prachtige schilderijen (bewonderen - participe passé)* heeft.

Question 15 réussie à 45.4 %
Ze zijn er een uur (blijven - participe passé)*.

Question 16 réussie à 20.1 %
Toen (krijgen - imparfait)* ze honger.

Question 17 réussie à 48.9 %
Na iets (eten - participe passé)* te hebben,

Question 18 réussie à 41 %
hebben ze een lange wandeling (maken - participe passé)*.

Question 19 réussie à 34.3 %
Bart was (verwonderen - participe passé)*

Question 20 réussie à 31.3 %
dat hij zoveel fietsen op straat (zien - imparfait)*.

Question 21 réussie à 29.4 %
Maar men zou ook veel moeite hebben, als men al de auto's (willen - imparfait)* tellen,

Question 22 réussie à 11.7 %
die (voorbijrijden - imparfait)*.

Question 23 réussie à 16.2 %
Gisteren heeft Bart een brief (ontvangen - participe passé)* van zijn ouders;

Question 24 réussie à 50.2 %
over vijf dagen (moeten - présent)* hij naar België vertrekken.

Question 25 réussie à 42.3 %
Het volgende jaar (zullen - présent)* hij misschien naar Engeland gaan.


Retourner à l'exercice : Révision - tous les temps

Autres exercices pour apprendre le néerlandais