Retourner à l'exercice
Exercice "Nom - diminutifs", créé par ilona2 (exercice gratuit pour apprendre le néerlandais) :
Résultats des 140 personnes qui ont passé ce test :
Moyenne : 53% (10.6 / 20) Partager
Dernier membre à avoir fait un sans faute : jpr / BELGIQUE, le mercredi 11 juillet à 10:41:
"O.K."
40% ont eu moins de la moyenne.
60.1% ont eu au moins la moyenne.
Tous les membres qui ont obtenu un 20/20 à ce test
Statistiques questions sur 140 candidats
Question 1 réussie à 8.6 %
Els en haar broer wonen in (rijhuizen)*.
Question 2 réussie à 14.3 %
Meisjes spelen graag (touwspringen)*.
Question 3 réussie à 83.6 %
Een (moment)*, ik zal even kijken !
Question 4 réussie à 42.1 %
Oma heeft een paar (spullen)* op de vrijmarkt van Rotterdam gekocht.
Question 5 réussie à 54.3 %
Bel me morgen op mijn mobiel * !
Question 6 réussie à 72.1 %
Er staat een foto van mijn hondje op mijn (nachtkast)*.
Question 7 réussie à 74.3 %
Haar oom heeft zijn (hoed) * aan de kapstok gehangen.
Question 8 réussie à 56.4 %
Willen jullie een (aperitief) * drinken ?
Question 9 réussie à 72.1 %
Verdorie ! Ik heb mijn (armband) * gebroken.
Question 10 réussie à 40.7 %
Waarom heb je altijd (geheimen)* ?
Question 11 réussie à 57.1 %
Elke zondagmorgen, kunnen we (vogels) * kopen op de markt van Antwerpen.
Question 12 réussie à 68.6 %
Een (ogenblik)* meneer Hanse. Ik breng u de menukaart
Question 13 réussie à 27.9 %
Mijn vriendinnetje heeft me wel een (sms) * gestuurd.
Question 14 réussie à 50 %
Ik heb zin om een (sla)* te eten.
Question 15 réussie à 50.7 %
Dit hebben de (kabouters)* me verteld !
Retourner à l'exercice : Nom - diminutifs
Autres exercices pour apprendre le néerlandais
