> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur le même thème : | Passé [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Imparfait - Passé composé - Temps primitifs - Temps primitifs - Temps composés-auxiliaires - Plus-que-parfait - Temps primitifs-classement par groupes - Imparfait
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Imparfait

Je vous propose une petite révision des temps primitifs. Conjuguez les verbes à l'imparfait. N'oubliez pas de respecter les règles d'orthographe.

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Imparfait" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter au club pour sauvegarder votre résultat.

1. Ria (wonen) in een armoedig huisje.

2. Deze zomer (bezoeken) we Malta.

3. Vroeger (verkiezen) hij de zee als vakantiebestemming.

4. De bedienden (werken) in de huishouding.

5. De ruiter (bedwingen) het wilde paard.

6. Bartje (begraven) de schelpen onder het zand.

7. De dokter (behandelen) de patiënt.

8. Haar ouders (verbieden) haar uit te gaan voor haar achttiende verjaardag.

9. Ze (beseffen) dat het een duur cadeau was, maar ze wilde het toch graag hebben.

10. De kinderen (besluiten) naar het bos te gaan.