> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Grammaire [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Infinitif-mode infinitif ((te) + verbe) - Phrases simples-place des compléments - Phrases complexes (1) - Verbe impersonnel-il y a - Phrases simples-place du verbe - Phrases avec ER - Formation des mots (1) - Phrases complexes-particularités
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Phrases simples

Reconstitutez les phrases.

Débutants Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Phrases simples" créé par mariebru avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de mariebru]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

Mode d'emploi : cliquez sur chaque terme pour reconstituer la phrase. Cliquez sur les boîtes pour recommencer.


1.

dag

We

gezwommen.

elke

hebben

2.

de

hond

Mijn

graag

speelt

in

achtertuin.

3.

kleren

zal

ik

aantrekken?

Welke

vanmorgen

4.

het

broer

gebracht.

naar

glas

heeft

Mijn

container

de

5.

vrienden

Brussel.

gaat

Marlies

vrijdagavond

naar

met

6.

zaterdag

organiseert

op

feest

klas

De

een

school.

7.

morgen

ponykamp.

met

zijn

vriend

vertrekt

Thomas

naar

8.

is

Jan.

Daar

9.

de

De

twee

naar

gaan

vrienden

stad.

10.

is

aardig.

Mijn

heel

vriendin

11.

ook

Mijn

zus

piano.

speelt

12.

afwezig.

zijn

vandaag

leraars

Veel

13.

naar

elke

op

televisie.

de

zondagavond

kijkt

Hij

sportreportages

de

14.

al

kaartjes

Heb

de

je

gekocht?

15.

Er

rij

aan

lange

staat

de

kassa.

een

16.

toen

pas

jaar.

Ik

negen

was

17.

Ik

film

leuk.

die

heel

vond

18.

vrienden

graag

veranderen

Ik

haarkleur

zou

mijn

mijn

te

verrassen.

om

19.

heeft

fietsongeluk

Mijn

gehad.

broer

gisteren

een

20.

muziek

van

De

is

film

origineel.

die