> Plus de cours & d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Passé [Autres thèmes]
	> Tests similaires : - Imparfait - Passé composé - Temps primitifs - Temps primitifs - Temps composés-auxiliaires - Plus-que-parfait - Temps primitifs-classement par groupes - Imparfait
	> Double-cliquez sur n'importe quel terme pour obtenir une traduction...

Verbes irréguliers

Voltooid deelwoord van onregelmatige werkwoorden

Participe passé des verbes irréguliers

Le participe passé des verbes irréguliers

  Commence généralement par le préfixe "ge", sauf lorsque l'infinitif commence par un autre préfixe. *
 

  Se termine presque toujours par "en" : blijken  ==> gebleken (sembler)

                     parfois par "d" ou "t" : hebben  ==> gehad (avoir)  bezoeken ==> bezocht (visiter /rendre visite)

                           dans certains cas, on utilise  l'infinitif avec ou sans le préfixe "ge" :  graven  ==> gegraven (creuser)  vergeten  ==> vergeten (oublier)

* Un préfixe est un morphème qui ne peut s'employer seul et qui précède le radical de certains mots. EX : be(gaan)

 

A vous de trouver le participe passé des verbes écrits entre parenthèses.

 

Avancé Tweeter Partager
Exercice de néerlandais "Verbes irréguliers" créé par ilona2 avec le générateur de tests - créez votre propre test ! [Plus de cours et d'exercices de ilona2]
Voir les statistiques de réussite de ce test de néerlandais

Merci de vous connecter à votre compte pour sauvegarder votre résultat.

1. Jannie heeft het hart van Joost (breken) toen zij er met zijn beste vriend vandoor ging.

2. Mijn man en ik hebben samen onze houten boot (bouwen) .

3. Doordat hij andere leden herhaaldelijk intimideerde, hebben wij hem uiteindelijk (verbannen) van onze website.

4. Wat was het toch hard studeren! Maar uiteindelijk was het de moeite waard; ik ben (slagen) .

5. Ik heb mijn oude buurvrouw heel wat keren (aanbieden) om voor haar de boodschappen te doen, maar zij zegt steeds dat ze niemand lastig wil vallen.

6. Voor de verjaardag van mijn kleindochtertje heb ik voor haar een blauw glittertruitje (breien) .

7. Leentje vreesde voor de wraak van haar ex-man. Daarom is zij sinds enige tijd (onderduiken) in een blijf-van-mijn-lijfhuis.

8. Sjaak heeft zo vaak tegen me (liegen) dat ik hem niet meer kan vertrouwen.

9. Het afgelopen jaar hebben we veel (rijden) tijdens de zomervakantie; laten we het dit jaar wat rustiger aan doen.

10. We hebben ons verblijf in Friesland als zeer plezierig (ervaren) .

---

Fin de l'exercice de néerlandais "Verbes irréguliers"
Un cours ou un exercice gratuit de néerlandais pour apprendre gratuitement le néerlandais
Tous les exercices | Plus de cours et d'exercices de néerlandais sur les mêmes thèmes : | Passé